Een onbekend nummer belt. Ik neem netjes op. Is het een energieverkoper of is het iemand die een dierbare verloren heeft en nu bijzondere woorden nodig heeft?
‘Hallo met Hanneke’. Een vrolijke stem! Hanneke vraagt of ze op een juist moment belt. Mijn raderen draaien: moet ik inderdaad zonnepanelen kopen of heeft ze een vraag omdat ze zelf ziek is of dat er iemand overleden is? Ik luister.
Hanneke is duidelijk. ‘Wendy, ik heb een paar jaar geleden een interview van jou uit de lokale krant geknipt. Op jouw achterkantje staat een heerlijk recept van een kipfiletje in roomsaus. Eigenlijk heb ik meer zin in die kipfilet dan in jou maar tóch heb ik je nodig’. Ze lacht uitbundig.
Ik blijf luisteren. Sommige mensen verbloemen hun verdriet. Ik heb haar vraag nog niet scherp. Dus ik lach maar niet mee.
Ze vertelt: ‘Ik klink misschien nog jong en dat ben ik ook. Mijn man is overleden, ik heb één zoon die, als ik doodga veel moet regelen. Ik wil met jou om de tafel om ook iets over mijn eigen leven te vertellen’.
Okay, we zijn er. Ik vertel haar hoe ik kan helpen. ‘Ja’, zegt ze ‘want op die dag van het afscheid wilde ik mijzelf toch maar een beetje op de achtergrond houden’. Nu moet ik wel lachen, ik houd van deze vorm van nuchterheid.
We spreken af bij haar thuis waar ik letterlijk en figuurlijk warm word ontvangen. In de keuken brandt de kachel en ik ruik verse cake. Die heeft ze die ochtend gebakken omdat haar vriendinnen op de koffie kwamen voor haar 70e verjaardag.
Haar verjaardag was ook de aanleiding om wat zaken over haar afscheid op papier te zetten. ‘Deze leeftijd voelt zo serieus’, zegt ze. Alsof je dan ineens beseft dat je echt wel wat ouder wordt en dingen moet regelen. En in het leven regel je ook verjaardagen, feestjes en partijen. Dus waarom dan niet je afscheid? En ik geef haar gelijk. Waarom zou je je wensen over je afscheid niet bespreekbaar maken? Dat neemt een heleboel zorgen weg bij toekomstige nabestaanden.
Het gesprek met Hanneke laat mij voelen dat het bespreken van iemands wensen niet eng, zwaar of heel beladen hoeven te zijn. Wel kijk ik voortaan heel anders tegen een kipfiletje met roomsaus aan. Dan denk ik aan Hanneke.