Verzwegen, verzacht, verdrongen.

Soms komen de meest wezenlijke verhalen pas naar boven wanneer we afscheid moeten nemen van een geliefde. Als uitvaartspreker luister ik naar herinneringen, naar liefde en verlies – maar ook naar wat niet verteld is. Wat verborgen bleef. Wat generaties lang zweeg. En wat, na het overlijden van een dierbare, toch zijn weg naar buiten vindt.

De mensen die de oorlog meemaakten. Die angst, honger en gemis ervaarden. Die voedsel moesten stelen om in leven te blijven en vervolgens hun hele leven geen korreltje eten meer durfden weg te gooien.

De Watersnoodramp van 1953. Mensen die vertellen over de nacht waarin het water kwam, over de storm, de paniek, het verlies en de ontreddering. Je hoort later dat families veel eten bewaarden op zolder en dat iemand een ingepakt koffertje naast het bed had staan. ‘Voor het geval we ineens naar zolder moeten en moeten evacueren.’

Echtparen die een jong kindje verloren. Erover praten had geen zin, zeiden ze vroeger. Je moest dóór. Er moest gewerkt worden. ‘En je krijgt er vast snel nog één,’ zei de omgeving. Die oude pijn werd ingeslikt, maar leefde wel verder in de mensen.

Kinderen en kleinkinderen vinden het vreemd: dat gedoe met eten van je vader, die angst voor water van je oma, het altijd willen weten waar iedereen is van je moeder.
Tot na iemands overlijden ineens verbanden zichtbaar worden. ‘Dat is dus waarom mijn vader altijd…’ of ‘Nu snap ik waarom oma of mama zo deed’.

In al die gebeurtenissen bleef het verdriet verborgen en kreeg het geen taal. En ook geen plek. En die stilte – dat niet kúnnen of mógen delen – nestelde zich. In gedrag, in het lichaam, in gewoontes en in generaties. Maar het was wel voelbaar, in de manier waarop iemand leefde, of juist niet kon leven.

Die gebeurtenissen zijn overigens niet expres verborgen. Ze zijn verzwegen, verzacht, verdrongen. Dat deed men: om zichzelf te beschermen.

Maar als we afscheid moeten nemen van iemand die je lief is, mag het zwijgen vaak toch nog spreken door middel van het levensverhaal dat we samen maken. En dat vind ik als uitvaartspreker zo bijzonder aan afscheid nemen: dat de puzzelstukjes dan tóch nog in elkaar vallen. En dat je begrijpt hoe oud leed zich heeft verstopt in het leven van nu.

 

Deze column verscheen eerder in Zij & Zeeuws, september 2025

Facebook
WhatsApp
LinkedIn